France   Espagne   Royaume Unis   Brésil, Portugal   Italie   Hollande  

BIOGRAPHIE - HET OUVRE

• DE BRIEVEN

BRIEF 107 AAN HAAR BROER LUCHO (2)

GEFASCINEERD DOOR GODDELIJKE SCHOONHEID

11 juni 1919

Mijn lieve Lucho,

Ik hoop dat je het mij niet kwalijk neemt dat ik je twee brieven niet onmiddellijk heb beantwoord, aangezien ik niet aan mezelf toebehoor. Ik heb alles wat ik had weggegeven, zelfs mijn eigen vrijheid! Ik moet alles doen wat Onze Lieve Heer ieder ogenblik van mij vraagt en daarom heb ik nu pas je laatste brief gelezen.Wat een vreugde! Hoe gelukkig voel ik mezelf door alles aan God op te offeren. Het is allemaal niets in vergelijking met de wijze waarop onze Redder zichzelf offerde, vanaf de kribbe tot het kruis en vanaf het kruis door zich volledig weg te schenken onder het teken van brood tot het einde der tijden. O, hoe groot is deze oneindige liefde! Een liefde zo miskend en die door het merendeel van de mensheid niet wordt terug-betaald.

Lieve Lucho, in deze dagen van afzondering heb ik je dicht bij me gehouden... Hoe graag zou ik met je willen delen wat ik voel, mijn lief broertje. Hoe graag zou ik je de heerlijke oneindige schitterende horizon laten zien aan gene zijde van de schepping, zoals ik die bij de overweging ervaar. Ik bemin God nu duizendmaal meer dan voorheen, want ik kende Hem niet. Hij openbaart zich en maakt zichzelf meer en meer bekend aan de zielen die Hem werkelijk zoeken om Hem te kennen en lief te hebben. Alles op aarde, lieve Lucho, lijkt voor mij steeds minder te worden en zijn waarde te verliezen voor de Godheid, die als een oneindige zon met zijn stralen mijn armzalige ziel verlicht. O, als je maar voor een ogenblik zou kunnen doordringen in de diepten van mijn ziel, dan zou je zien hoe ik geboeid ben door de schoonheid van die onbegrijpelijke Goedheid. Hoe graag zou ik de harten van alle schepsels willen verenigen om ze aan de Goddelijke liefde te onderwerpen! Jij hebt nooit de hemel gekend die ik door Gods genade in mijn hart bezit. Ja, ik heb een hemel in mijn ziel, want God is daar - en God, dat is de hemel.

Je zegt dat je goed zult zijn om wille van mij. Maar dat kan ik niet toestaan. We moeten nooit goed doen omwille van een armzalig schepsel. Bemin en wees goed om voor eeuwig de onveranderlijke Goedheid te bezitten - het oneindige Goed, de Enige die je verlangens kan vervullen en bevredigen. Ik, wat kan ik doen? Niets, absoluut niets. Sluit je bij mij aan in het streven dat er geen ander motief voor onze daden zal zijn behalve God. We zullen uit elkaar groeien, Lucho, als je niet werkt voor Hem. Want er kan geen grotere afgrond zijn dan die tussen de werken die worden gedaan voor God en de werken die worden verricht om wille van schepsels. Lucho, wees mijn navolger door te werken voor God...

Je vraagt me of ik je in mijn brieven wil verzekeren dat ik altijd van je zal houden als een zus. Kun je daar een ogenblik aan twijfelen? Besef je niet dat mijn hart vervolmaakt wordt door de Goddelijke liefde en hoe volmaakter het wordt, hoe groter ook de liefde wordt en vermeerdert? Dus twijfel er niet aan dat ik op dit moment voor je bid - en mijn gebed is een liefdeslied...

Gaat al dat gepreek van mij in mijn brieven je niet vervelen? Vergeef het me maar. Verliefde mensen kunnen niet ophouden te praten over het voorwerp van hun liefde. Hoeveel te meer dan als die geliefde alle mogelijke volmaaktheden in zich verenigt? Ik weet niet anders te doen dan Hem te beschouwen en te beminnen. Wat kan je anders verwachten als Jezus Christus, die dwaze Minnaar, mij stapelgek heeft gemaakt? Het betekent voor mij een marteling, Lucho, als ik zie hoe edele en goed opgevoede harten - harten in staat om het goede te beminnen - niet de onveranderlijke Goedheid zelf liefhebben; als ik zie hoe harten die dankbaar zijn ten opzichte van schepsels, niet dankbaar zijn ten opzichte van Degene die hen voedt, die hun het leven schenkt en dat in stand houdt en die hun alles geeft en gegeven heeft, tot en met zichzelf.

Bid, Lucho! Denk er rustig over na wie God is en wie je zelf bent en over alles wat Hij voor jou betekent. Ga na school naar de kerk waar Jezus alleen is en waar Hij tot je hart zal spreken in een geheimenisvolle stilte. Verenig je in de geest met mij. Ik ben in gebed om vijf uur. Laten wij God, die verlaten is, gezelschap houden en laten wij Hem vragen ons zijn heilige liefde te schenken.

Adieu lieve broer! Je zult altijd een plaats hebben in mijn armzalig Karmel- en zusterhart.

Teresa van Jezus

Karmelietes

 

 

Haut de page