BIOGRAPHIE - LEVEN VAN TERESA
Vanaf haar geboorte (1900) tot aan haar eerste communie (1910).
Zij die later Teresa de Los Andes genoemd zou worden werd geboren in Santiago (Chili) op 13 juli 1900. Zij was het vijfde kind van don Miguel Fernández Jaraquemada en dona Lucia Solar Armstrong. Bij het doopsel ontving zij de naam Juanita.
Juanita's familie was rijk. Grootvader van vaders zijde was in Spanje geboren. Haar grootvader van moeders zijde, don Eulogio, had een heel groot landgoed in Chacabuco, ongeveer 40 mijl van Santiago, waar hij vaak zijn familie om zich heen verzamelde.
Tijdens de vakantie gaat Juanita dikwijls naar Chacabuco, waar zij het erg naar haar zin heeft. Op jonge leeftijd leerde zij paard rijden. Als volleerde amazone reed zij dikwijls over het landgoed tot aan het begin van de Andes cordillera.
Juanita's broers en zusters waren:Lucita, Miguel, Luis (Lucho), Juana (die enkele uren na haar geboorte overleed en wiens naam aan Juanita werd gegeven), Rebeca en Ignacio. Juanita had een bijzondere band met haar broer Lucho en haar onafscheidelijke zuster Rebeca.
Op heel jeugdige leeftijd voelde Juanita zich al aangetrokken tot God. Zij hield er van om naar de kerk te gaan met Ofelia (het dienstmeisje dat voor haar zorgde). Op een dag, toen zij in Chacabuco was, nam zij een priester die bevriend was met de familie bij de hand en zei:"Vader, laten we naar de hemel gaan". Toen zij buiten waren vroeg de priester haar:"Nou Juanita, waar is de weg die naar de hemel leidt? "Juanita antwoordde"die kant op"en wees naar de Andes cordillera. De priester zei tegen haar, "nadat je die hoge bergen beklommen zou hebben is de hemel nog ver, heel ver weg. Nee Juanita dit is niet de weg die naar de hemel leidt. Jezus in het tabernakel is de koninklijke weg om daar te komen".
Juanita had geen makkelijk karakter. Zij was verwaand, ongehoorzaam en werd gauw kwaad (haar broers vonden het leuk haar kwaad te maken). Zij huilde om niets. Met de hulp van Gods genade, vooral door de H. Eucharistie, leerde Juanita geleidelijk aan haar fouten de baas te worden en zichzelf te beheersen.
In 1906 werd Santiago door een aardbeving getroffen. In haar dagboek schrijft Juanita dat Jezus in die tijd begon haar hart in bezit te nemen.
Juanita's grootvader stierf een zalige dood in 1907. Juanita's moeder, dona Lucia, erfde een deel van het Chacabuco landgoed, dat beheerd werd door don Miguel, Juanita's vader. Datzelfde jaar werd Juanita ingeschreven bij de Heilige Hartschool in Santiago, die geleid werd door de Zusters van het heilig Hart, van St. Madeleine-Sophie Barat.
Het was Lucho die Juanita leerde de rozenkrans te bidden . Beiden maakten de belofte die Juanita tot haar dood zou houden slechts één keer, schrijft ze, toen ze nog erg klein was, vergat zij het. ”Van die tijd af, kun je zeggen dat Onze Lieve Heer me bij de hand nam, samen met de Allerheiligste Maagd."
Al snel voelde Juanita een groot verlangen haar Eerste Communie te doen. Vaak vroeg zij wanneer zij dat zou kunnen, maar men zei altijd tegen haar dat zij nog te jong was. Dan vroeg zij om onderwezen te worden in de communie van begeerte. Na veel aandringen mocht Juanita haar Eerste Communie doen. Zij wilde zich voorbereiden door biecht en gebed, en bracht dikwijls kleine offertjes aan Jezus. "Ik bereidde mezelf een jaar voor. In die tijd hielp de heilige Maagd me om mijn hart van alle onreinheden te zuiveren.” Zij deed haar eerste communie op 11 september 1910 in Santiago. In haar dagboek schreef zij over deze gebeurtenis, die voor de rest van haar leven indruk op haar maakte. Zij wilde proberen om zoveel mogelijk iedere dag te communie te gaan.