France   Espagne   Royaume Unis   Brésil, Portugal   Italie   Hollande  

BIOGRAPHIE - HET OUVRE

• DE BRIEVEN

Brief 43 Aan haar zuster Rebeca: een heilige die kan lachen

Dikwijls wordt gedacht dat heiligen strenge mensen zijn. Bij Juanita is daar geen sprake van - juist het tegendeel. Deze brief, geschreven aan haar zuster Rebeca (toen nog op het Heilig Hart college in Santiago), toont ons een jong meisje dat lacht en grappen maakt met haar vriendinnen.

Cunaco, 20 november 1918

Aan Mej. Rebeca Fernández

Lieve Negrita,

Je enthousiasme om me te schrijven heeft niet lang geduurd, aangezien er al meer dan een week voorbij is gegaan, zonder dat je ook maar iets hebt laten horen over hoe het met je gaat. Maar vooruit, ik zal het je vergeven en deze keer zal ik je het goede voorbeeld geven door jou het eerst te schrijven, omdat ik weet dat je op school veel huiswerk hebt vooral nu aan het eind van het jaar.

Je kunt je niet voorstellen hoeveel ik aan mijn lieve kleine zusje denk en hoe ik ernaar verlang haar te zien. Ik denk zaterdag te vertrekken, tenzij God anders beschikt.

Ik ben net een stoere Yankee. Herminita en ik hebben lange voettochten gemaakt, helemaal alleen nog wel. Soms zat de modder tot aan onze enkels, omdat we overal naartoe sjouwden. Niets hield ons tegen. Geen obstakel was ons teveel; in één woord: we muntten uit in moed. Een paar dagen geleden maakte ik een heerlijke rit te paard. We galoppeerden met Herminia van twee uur ‘s middags tot half vijf. Omdat het regende, hadden we alle twee grote dekens meegenomen, zodat we eruit zagen als twee clowns. En wat hebben we gelachen! En al die tijd dacht ik aan jou, klein duifje, hoe je daar zat te studeren of ijverig te naaien. Ik ben heel goed in paardrijden. Een paar dagen geleden maakten we een uitstapje naar een nabijgelegen boerderij. We gingen om ongeveer 9 uur weg en kwamen om twaalf uur terug. Je kunt niet geloven hoeveel ik Herminia heb geplaagd. En we lachten ons telkens weer krom.

Gisteren ben ik vreselijk geschrokken. We gingen erop uit door de weilanden heen. Ons favoriete plekje is een beek met veel begroeiing. Nadat we een brede stroom waren overgestoken door een brug te maken van stenen (omdat Herminia anders weg zou zakken), kwamen we aan bij een oever waar we een tijdje hebben uitgerust. En toen we weer terug gingen, hoorde ik plotseling een geluid in het gras. Ik keek en zag dat ik op een slang met haar jongen had getrapt. Ik geloof niet dat er ooit een sterveling is geweest die zo heeft moeten krijsen als ik toen heb gedaan. Ik schreeuwde het uit totdat ik Don Pepe tegenkwam, die erg geschrokken was van ons gegil. Hij hielp ons verder. Ik dacht aan jou, die vast die slang gepakt zou hebben en om je arm zou hebben gewonden. Misschien breng ik wat hagedissen voor je mee als ik terugkom, want hier trappen we er voortdurend op. Vind je dat niet leuk?

Gelukkig konden we iedere dag de H. Mis bijwonen en de communie ontvangen. Aangezien Eli, Herminia en ik als koster fungeren, hebben we hemelse ogenblikken doorgebracht in de nabijheid van onze Heer. In zulke ogenblikken heb ik jou ook altijd dichtbij en vraag ik God om jou veel goeds te schenken. Helaas zijn de priesters nu weg. En daarom kunnen we alleen morgen, de 21ste, nog te communie gaan, wat me werkelijk heel erg spijt, maar ik vraag jou om iedere dag in mijn plaats te communie te gaan.

Zeg aan Moeder Izquierdo hoeveel ik aan haar denk en ook aan Moeder Du Bose, M. Rios, M. Alayza en M. Serrano. Kortom, zeg aan ieder, te beginnen bij de Eerwaarde Moeder dat ik aan ieder persoonlijk denk en dat ik dezelfde dankbaarheid en liefde koester voor ieder van hen en dat ik iedere dag voor hen bid. Zeg aan M. Alayza dat ik mijn Latijn niet vergeten ben. De priesters hebben me veel geplaagd met mijn Latijn. En bij verschillende gelegenheden moest ik in het Latijn antwoorden wanneer de communie werd uitgereikt. Voor mezelf was ik er zeker van dat ik de Latijnse taal volledig beheerste en niet alleen mijn themaboeken kon vertalen, maar ook elke andere tekst. Mooi niet dus ...!!

In de Maria-maand zingen we iedere dag met Eli. Laatst probeerden we een eigen Ave Maria te verzinnen. We waren heel trots op onze improvisatie. Maar bij de hoogste noot vond Herminia het nodig haar oren dicht te stoppen, omdat ze dacht dat door onze krachtige stemmen haar trommelvliezen zouden barsten. Bij het zien van de gebaren die Gordita maakte, schoten we in de lach. In plaats van noten kwam er alleen maar gelach en ik kon geen noot op het orgel spelen. Gelukkig dat niemand ons zo bezig zag. Goed dat we in de kapel waren en de boeren buiten in de schuur.

In deze korte tijd heb ik negen priesters leren kennen. Dus zul je wel zien hoe heilig Herminia en ik zijn geworden. Ze zegt dat ik, juffrouw Juanita, mijn moeder ver overtref.

Ik ben berucht geworden vanwege mijn lachbuien (Chopi Salas is er niets bij). We doen niets anders dan lol maken. Bereid je dus maar voor. We waren samen met Pepe steeds de laatsten aan tafel en we hebben zoveel moppen getapt en gelachen dat ik soms niet kon eten. Het was wel beschamend dat de pater die na de maaltijd het dankgebed uitsprak, halverwege moest stoppen, omdat hij niet door kon gaan met bidden vanwege het gelach en omdat wij hem daarmee aanstaken.

s’ Morgens komt Herminia me wakker maken met water of met stoelen of met een deken en al wat zij maar te pakken kan krijgen om dat allemaal op mijn bed te stapelen. Dus overdag betaal ik haar met gelijke munt terug en s’ avonds hou ik haar uit haar slaap. En je moet weten dat ze heel vroeg naar bed gaat. Ik heb je verder niets meer te vertellen, behalve dan dat ik laatst een rit met een rijtuig heb gemaakt en dat ik toen het koetsieren moest overnemen om een rivier over te steken.

Hoe is het met Elena Salas, de tweeling, Marta, Goya en Graciela Silva? (Ik zal de hele lijst maar niet opnoemen). Doe ze de groeten. Ik denk dikwijls aan hen en dan realiseer ik me, dat terwijl ik me amuseer, die arme zielen aan het studeren zijn; maar diep in mijn hart benijd ik hen in veel opzichten als ik terugdenk aan de gelukkige dagen die ik op school doorbracht.

Je moet maar niet klagen, mijn lieve zusje, over deze lange saaie brief, want zo wordt het je duidelijk hoe ik ernaar verlang om met je te kletsen en hoezeer ik je mis. Ik heb net een brief van Lucho gehad en die ga ik nu beantwoorden. Moeder schreef me gisteren. Ze had veel nieuws over iédereen.

Tot ziens. Bid voor me. Eerbiedige groeten aan alle zusters, alle goeds aan mijn vrienden, en voor jou een kus en een allerliefste knuffel van je zus.

Juana, kind van Maria

De groeten aan H. Lecaros.

 

 

Haut de page