BIOGRAPHIE - HET OUVRE
Brief 8 Aan haar zuster Rebeca betreffende haar roeping
In deze brief, geschreven bij gelegenheid van de verjaardag van haar zuster Rebeca, maakt Juanita haar roeping aan haar bekend.
15 April 1916
Lieve Rebeca,
Ik neem enkele ogenblikken van mijn studietijd, om je van harte geluk te wensen met je verjaardag, want een jaar erbij betekent dat je serieuzer wordt en meer volwassen, zodat je meer zult gaan nadenken over de roeping die God je wil toevertrouwen.
Geloof me Rebeca, als 14 of 15-jarige is het al mogelijk je roeping te begrijpen. Je hoort een stem en er is een licht dat je het pad van je leven wijst. Dit werd mij al duidelijk toen ik 14 jaar was. Ik koos een andere richting en zette het pad uit dat ik moest volgen. En vandaag wil ik je in vertrouwen nemen en je op de hoogte stellen van mijn plannen om mijn ideaal te verwezenlijken.
Tot op vandaag was het dezelfde ster die lichtte over ons tweeën. Maar misschien bevinden we ons morgen niet meer in dezelfde beschermende schaduw. Met die ster bedoel ik ons huis, onze familie. Het is onvermijdelijk dat onze wegen uit elkaar gaan en dat onze harten, die altijd één waren, in de toekomst wellicht gescheiden worden. Gisteren had ik nog het idee dat je mijn woorden niet zou begrijpen, maar vandaag ben je 14 jaar geworden, een leeftijd waarop je in staat bent mij te begrijpen. Daarom denk ik dat je in mij kunt verplaatsen en het met mij eens kunt zijn.
Ik wil je in een paar woorden het geheim van mijn leven toevertrouwen. Binnenkort zullen onze wegen zich scheiden en het verlangen dat we in onze kinderjaren koesterden om altijd bij elkaar te zijn, zal spoedig omgebogen worden naar een ander ideaal, dat hoger is dan dat van onze jeugd. We zullen in ons leven verschillende wegen moeten inslaan. Aan mij zal namelijk, zoals aan Maria Magdalena, het betere deel worden gegeven. De Goddelijke meester heeft meelijden met mij gekregen en mij naar zich toe trekkend heeft Hij in het geheim tegen mij gezegd: "Verlaat je vader en je moeder en alles wat je bezit en volg Mij".
Wie kan de hand weigeren van de Almachtige wanneer Hij zich neerbuigt over het meest nietige van zijn schepsels ? Hoe gelukkig ben ik, lieve zus, dat ik gevangen ben in de liefdevolle netten van de Goddelijke Visser. Ik zou je graag dit geluk willen laten begrijpen. Ik kan je met zekerheid zeggen dat ik zijn verloofde ben, en dat we heel spoedig onze verloving zullen vieren in de Karmel. Ik ga Karmelietes worden. Wat denk je daarvan? Voor jou wil ik niets in mijn ziel verborgen houden, maar je zult begrijpen dat ik met woorden niet alles kan zeggen wat ik voel. Dat is de reden waarom ik heb besloten om het schriftelijk te doen.
Ik heb me aan Hem overgegeven. Op 8 december heb ik Hem mijn hart gegeven. Het is onmogelijk te zeggen hoeveel ik van Hem houd. Mijn gedachten zijn in beslag genomen alleen door Hem. Hij is mij ideaal, een oneindig ideaal. Ik verlang naar de dag dat ik naar de Karmel kan gaan, om me alleen met Hem bezig te houden, om me in Hem te verwonderen en alleen maar te leven in Hem. Om lief te hebben en te lijden tot redding van de zielen. Ja, ik hunker naar zielen, want ik weet hoe mijn Jezus daar naar smacht, meer dan naar wat dan ook. O, ik bemin Hem zo!
Ik zou willen dat ik dezelfde liefde in jou kon laten ontvlammen. Wat een vreugde zou het voor mij zijn als ik jou aan Hem kon geven! O, ik zal nooit iets anders nodig hebben dan Jezus, want in Hem vind ik al wat ik zoek! Hij zal mij nooit loslaten. Zijn liefde voor mij zal nooit verflauwen. Hij is zo zuiver en zo mooi! Hij is goedheid zelf. Bid tot Hem voor mij, lieve Rebeca. Ik heb gebeden nodig. Ik zie dat mijn roeping zeer groot is: om zielen te redden en om er zorg voor te dragen dat er werkers komen voor de wijngaard van Christus. Alle offers die wij kunnen brengen betekenen niets vergeleken bij de waarde van een ziel. God gaf zijn leven voor hen, en hoe weinig zijn wij geïnteresseerd in hun redding. Als zijn verloofde wil ik mij inspannen voor de zielen en Hem het bloed aanbieden dat Hij voor ieder van hen heeft vergoten. En hoe kunnen we deze zielen winnen ? Door gebed, vernedering en lijden.
Hij kwam met het kruis waarop maar één woord stond geschreven en dat mijn hart aangrijpt tot in zijn diepste vezels: "liefde" O, hoe mooi komt Hij mij voor in zijn kleed dat met bloed is doordrenkt. Dat bloed is voor mij kostbaarder dan alle juwelen en diamanten van de hele wereld.
Degenen die op aarde elkaar liefhebben, mijn lieve Rebeca, proberen - zoals je dat ook ziet bij Lucia en Chiro - enkel één ziel en één ideaal te bezitten. Maar hun pogingen zijn ijdel, want schepsels zijn zo machteloos. Dat is niet het geval in onze relatie. Jezus leeft al in mijn hart. Ik streef ernaar om één te worden met Hem, om te worden als Hij en te verdwijnen in Hem. Ik ben een druppel water die moet verdwijnen in de oneindige oceaan. Maar er is een afgrond die de druppel niet kan oversteken; maar de bruisende oceaan overspoelt de ziel zodanig dat er voor haar niets anders overblijft dan zich volledig over te geven. De ziel leeft in het ononderbroken geruis van de roep van de Goddelijke Oceaan.
Maar ik ben slechts een arm vogeltje zonder vleugels.Wie wil mij vleugels geven, zodat ik mij bij Hem kan nestelen om altijd dicht bij Hem te zijn? O ja, ik bemin Hem en ik verlang ernaar voor Hem te sterven. Mijn liefde voor Hem is zo groot, dat ik een martelares zou willen zijn om Hem te bewijzen dat ik Hem lief heb.
Ongetwijfeld breekt je zusterlijke hart als je me hoort spreken over dit afscheid - nu je hoort hoe ik met je spreek over een vaarwel voor altijd op deze aarde, omdat ik me ga opsluiten in de Karmel. Maar wees niet bang, mijn lieve zusje, want tussen onze zielen zal er nooit een scheiding zijn. Ik zal leven in Hem. Zoek Jezus, en in Hem zul je mij weer ontmoeten. Dan zullen we met ons drieën onze intieme gesprekken voortzetten tot in alle eeuwigheden. Hoe gelukkig ben ik! Ik nodig je uit om je tijd door te brengen samen met Jezus in de diepten van je ziel. Ik heb in de biografie gelezen van Elisabeth van Drie-eenheid, hoe deze kleine heilige onze Heer vroeg haar ziel tot zijn nederige woning te maken. Laten wij dat ook doen. Mijn lieve zusje, laten we leven met Jezus in ons. Hij zal ons onbekende dingen meedelen. Zijn liefdeslied is zo zoet. Zo zullen wij net als Elisabeth, de hemel vinden op aarde, want de hemel, dat is God.
We zullen Jezus in de communie vragen om van onze ziel een nederige woning te maken. Het materiaal dat we daarvoor nodig hebben, zal bestaan uit onze overwinningen en uit het wegcijferen van onszelf door ons eigen ik te verloochenen, want ons eigen ik is de afgod die wij inwendig vereren. Dat kost moeite en dat zal ons doen kermen van pijn. Maar Jezus vraagt om die troon, en wij moeten Hem die geven. Edelmoedigheid moet het wapen zijn om die afgod te overwinnen.
Laten we omzien naar onze naasten en hen dienen, ook als het ons tegenstaat. Op die manier zullen we bereiken dat de Meester als onze God en onze Schepper bezit zal nemen van de troon van ons hart. Laten we ons inspannen om onszelf te overwinnen. Laten we in alles gehoorzaam zijn. Laten we nederig zijn. We zijn zo armzalig. Laten we geduldig zijn en zuiver als engelen, want dan zullen we het geluk hebben te zien hoe Jezus als een bekwaam architect een tweede huis van Bethanië zal bouwen, waar je Hem zult kunnen dienen in de persoon van je naasten, zoals ook Martha dat deed. En ik zal net zoals Maria Magdalena doorgaan met beschouwen en het beluisteren van zijn woord van leven. Zolang we nog in opleiding zijn, kan Hij van ons onmogelijk een zodanige totale vereniging verlangen dat we bezeten zouden zijn alleen door Hem. Maar we kunnen Hem wel ieder uur een klein boeket van liefde aanbieden.
Laten we het goddelijk Kind liefhebben dat zoveel lijdt, zonder dat Hij troost kan vinden bij zijn schepsels. Dat Hij een toevluchtsoord zal vinden in onze zielen, een verpleeghuis waar Hij kan genezen van de haat van zijn vijanden en een tuin van geneugten waar Hij kan vergeten hoe Hij door Zijn vrienden vergeten werd. Ik moet deze brief beëindigen. Vaarwel. Beantwoord deze brief en houd hem volledig geheim.
Je zus, die je liefheeft in Jezus.
Juana
(Brief n°8)